Zelf kiezen was vroeger een grote luxe, wat ook je positie in ‘t leven was. Tot op de dag van vandaag worden veel, heel veel keuzes voor ons gemaakt. Kleine onbelangrijke zaken, maar ook meer essentiële. Winkels kiezen voor ons wat we volgende zomer zullen dragen, muziekmaatschappijen kiezen de liedjes die ze je willen voorschotelen, media & uitgevers leggen je hun keuze van het nieuws voor, TV zenders kiezen voor jouw het programma aanbod en wanneer je wat moet zien, etcetera…
Daar komt steeds meer verandering in en ook al hebben de meeste organisaties het moeilijk zich aan te passen aan deze realiteit. Maar de druk vanuit de veranderende consument is zoals het water van een bergbeekje dat naar beneden stroomt. Je mag dammen bouwen zoveel je wilt, de druk van het water zal ooit de dam doorbreken… en het water zal zijn weg naar beneden zelf vinden…sneller en sneller…
Diverse “oude” organisaties zullen snel moeten leren dat ze moeten aanpassen of verdwijnen. De muziekwereld zal zich erbij neer moeten leggen dat hun oude business model niet meer klopt. Artiesten zullen moeten leren dat ze veel minder dan vroeger zullen kunnen blijven leven van de auteursrechten op 1 of 2 liedjes. Net als ieder ander vak zullen ze blijvend moeten presteren om inkomsten te blijven vergaren. In hun geval… ga optreden om je kost te verdienen. Eerst de mp3-spelertjes, de iPods en iTunes en daarna Spotify veranderden de omgeving en verlegden de keuze van de uitgever/artiest naar de consument. Films en tv-series volgen met on-demand omgevingen als Netflix. Dagbladen en tijdschriften komen ook aan de beurt met bv de introductie deze week van Blendle. Ik geloof zeker dat er ook een markt zal blijven bestaan voor “curatoren” die volgens visie een bepaald pakket samenstellen voor de consument die op hun oordeel wil vertrouwen. Van de playlists van Spotify tot die goeie ouwe hoofdredacteur van een krant of programma directeur van een TV zender, die zijn visie op de wereld verpakt in een dagelijkse selectie van nieuws en ontspanning. Maar niemand zal er aan ontsnappen dat de macht verschoven is van de zender naar de ontvanger en die trend zal zich doorzetten in tal van sectoren waar we vandaag zelfs nog niets bij stil hebben gestaan. Politiek komt ook aan de beurt… Retail en recruitment, twee zakelijke omgevingen waar ik me in thuis voel, ontsnappen er ook niet aan…
De consument kiest vanaf nu zelf waar hij aandacht aan wil geven, soms is dat een door een vertrouwde bron voorgekauwde selectie, soms maken ze voor de volle 100% hun eigen selectie. Bovendien volgens het credo “sharing is caring”, met dank aan de social media van Facebook tot LinkedIn, zullen veel meer bronnen van samengesteld nieuws of entertainment hun weg naar de rest van de wereld vinden aangezien de opstartkost van je eigen medium als je de behoefte zou hebben jouw mening te delen verwaarloosbaar is geworden. Ik vertel hier niets nieuws als ik de dood aankondig van de almachtige massa media en de opkomst van “peer-to-peer” (en nee dan gaat het niet over fruit). Maar ik denk dat deze evolutie zich sneller en sneller zal doorzetten ook naar sectoren waar we vandaag nog niets eens bij stilstaan. De consument hier in de westerse wereld heeft door dat hij zelf kan kiezen en wordt zo dat bergbeekje dat zich niet zal laten indammen…
Ik ben gezegend met een optimistische visie op het leven, een klein deeltje via de genen wellicht en een groot deel via de omgeving zoals dat dan gaat. Ik ben ook gezegend met een grote dosis empathie die het me toestaat redelijk gemakkelijk me in te leven in een andere visie dan de mijne. Toch heb ik het vaak lastig met de zeurpieten des levens en de mensen die blij kunnen worden van andermans tegenslagen. Het is een visie op het leven die ik maar niet snap.
We komen het tegen in alle facetten van het leven, maar zoals vaak het geval worden bepaalde emoties iets uitvergroot op het toneel van de sport. Gelukkig heeft de negatieve houding daar veel minder impact op de essentie van het leven dan in andere facetten, tegelijk wordt het (misschien ook juist daardoor) iets zichtbaarder, komt het meer aan de oppervlakte. Een uitloper hiervan, xenofobie, die helaas een hele brede laag van de bevolking geïnfecteerd heeft, is ook wel zichtbaar en veel schadelijker. Maar daar wil ik het vandaag eigenlijk niet eens over hebben. Wat me vandaag verwondert is dat negativisme bij iets redelijk onschuldig als sport.
We beleven deze dagen als sportland hoogtij dagen… Ik spreek nu even als de Hollander in mij, de Antwerpenaar is in deze -hoe moeilijk ook- iets stiller. De Olympische Spelen in het “winterse” Sochi zijn op de schaatsbaan een ongekend succes voor het Oranje legioen. Gisteren hadden we, het kleine Nederland, de meeste medailles van iedereen en moet we in het medailleklassement dankzij iets meer goud enkel de Duitsers voor ons dulden. Het langebaan schaatsen of snelschaatsen zoals het in Vlaanderen ook wel genoemd wordt is traditioneel een onderdeel van de Spelen waar we in uitblinken, maar wat we dit jaar laten zien is ongekend. Twee keer eerder al deze Spelen was het hele podium Oranje gekleurd, gisteren deden de Nederlandse vrouwen het op de 1500m schaatsen voor de 3e “clean sweep” nog een stapje beter en werden ze 1, 2, 3… én 4. Elk ander land ter wereld zou hier ongelooflijk trots op zijn, zo niet hier in de Lage Landen…
Mensen die, je kan haast niet anders denken, zelf geen leven moeten hebben, schrijven lezersbrieven naar de kranten om zich te beklagen over een enthousiaste koning die voor zijn landgenoten supportert… Niet waardig genoeg zogenaamd. Bullshit!!!
Journalisten vinden het nodig de prestaties van onze sporthelden te kleineren door te zeggen dat als wij zoveel medailles winnen in dat schaatsen het eigenlijk geen Olympische sport zou mogen zijn. Bullshit!!!
Succes komt nooit zo maar aanwaaien. Als ons Nederland het nu zo uitzonderlijk goed doet in deze sport komt dat door keuzes gemaakt in het verleden door instanties en individuen. Visie, beleid en infrastructuur zijn de drie peilers die nodig zijn om individuen of teams te laten excelleren in hun sport. De individuen zelf moeten tal van lastige keuzes maken in hun leven om tot dit niveau te groeien. Laten we daar nu eens respect voor hebben… Ook voor die sporters die het ondanks even moedige keuzes misschien net niet gehaald hebben dat podium, maar wel hun uiterste best gedaan hebben. Er zijn veel mensen die hier een voorbeeld aan zouden mogen nemen. Sporters uit de verwende sporten zoals voetbal waar middelmatige sporters belachelijke sommen betaald worden…. En zeurpieten in het algemeen. Heb respect voor mensen die moeilijke keuzes maken, hard werken om hun doel te bereiken, die zich niet druk maken over het grijze leventje van anderen, maar zelf kleur geven aan hun eigen leven en hun omgeving.
Vandaag leerde ik een nieuwe woord. Ubuntu! Zeker geen nieuw woord, integendeel. Het woord komt voor in de Bantoetalen, een begrip dat tientallen talen in het Afrika ten zuiden de Sahara omvat. Mensen die al meer gelezen hebben over Nelson Mandela en zijn vrijheidstrijd in Zuid-Afrika zullen het woord wellicht al zijn tegengekomen. Ik ken Mandela vanzelfsprekend, maar durf niet beweren dat ik mij al in hem en zijn visie verdiept heb verder dan wat Jan Publiek ook over de man in kwestie weet.
Maar ubuntu staat dus voor het idee dat ten grondslag ligt aan de hervormingen in Zuid-Afrika na de bevrijding van Mandela. Meestal wordt het vertaald als “ik ben omdat jij bent” wat mij deed denken aan de beroemde uitspraak van Descartes “cogito ergo sum”. Ik dacht dus gelijk aan “es ergo sum”… Een concept dat mij meer aanspreekt dat het naar binnen gekeerde “ik denk dus ik ben” van Descartes. Een typische tegenstelling tussen de Europese visie op het leven en een Afrikaanse?
De moeite waard om mij eens verder in te verdiepen op een van de donkere rustige winterdagen de komende tijd. Wikipedia leert me dat in de politiek het concept wordt gebruikt om te benadrukken dat er consensus moet zijn bij besluiten en een menselijke ethiek nodig is op basis waarvan besloten wordt. Een concept dat dichter bij huis wellicht ook wat meer aandacht verdient…
In Johannesburg, Zuid-Afrika sprak vandaag de Amerikaanse president Obama ter ere van een van de iconen uit onze moderne tijd Nelson Mandela. De man weet hoe hij een boodschap moet brengen, dat bewees hij al eerder… Als je eens 20 minuutjes hebt is dit een speech die de moeite is om te bekijken:
Enkele Nederlandse topclubs zijn aan het brainstormen over een mogelijke nieuwe competitie opzet waarbij zelfs gedacht wordt aan een grensoverschrijdende Benelux competitie. Kortere, intensievere periodes van competitie. Meer spektakel op korte tijd! Rekening houdend met topspelers die over de hele wereld met nationale ploeg en diverse teams hun kunstje willen vertonen…
Wij zijn terecht trots op het innovatieve karakter van onze sport waar men het niet schuwt regels uit te testen om de sport aantrekkelijker te maken, deze snel in te voeren, te evalueren én weer af te voeren als ze niet aanslaan. Ook onze club competitie die in Europa aan de basis staat van onze sport werd en wordt af en toe dus kritisch onder het vergrootglas gehouden.
Spektakel!
Denk aan de invoering van het play off systeem om de landskampioen te bepalen. Maar ook bv aan het experiment in Nederland recent waarbij in de overgangsklasse (het tweede niveau dus) na de heenronde enkel de top verder tegen elkaar speelde in de terugronde met het oog op promotie en de onderste helft van het klassement onder elkaar mocht uitmaken wie het behoud in deze divisie kon verzekeren. Een gelijkaardig systeem werd enkele jaren daarvoor in België reeds uitgetest in de eredivisie (het hoogste niveau) waar na de heenronde enkel de top 6 voortspeelde voor een plek in de play off en de onderste helft van het klassement onder elkaar mocht uitmaken wie degradeerde. Beide systemen werden echter na evaluatie weer afgevoerd waar het play off concept wel zijn waarde bewees en de competitie spannend houdt tot op het einde. En dat is een belangrijke factor… Spektakel!
Gezonde en evenwichtige balans
Ook internationaal blijven de toernooien en competities wijzigen. Zo werd recent de Hockey World League en de spectaculaire HIL aan het palet van hockeycompetities wereldwijd toegevoegd. Beide boeiende concepten en goed voor onze sport! Maar het betekent ook dat ook onze toch redelijk traditionele Europese clubcompetities weer onder druk komen. Er zijn immers nog steeds maar 365 dagen in het jaar en dat ene extra schrikkeldagje af en toe is niet genoeg om de topspelers de rust te bieden om in deze intensieve sport te blijven presteren.
Professionele topspelers zullen de komende jaren uit willen komen in meerdere club/team competities naast hun “verplichtingen” bij hun respectievelijke nationale ploeg. Iedereen is dan ook gebaat bij duidelijke afspraken (lang op voorhand) met betrekking tot de timing en invulling van al deze verschillende evenementen om tot een gezonde en evenwichtige balans te komen. De recente aankondiging van de FIH kalender voor de periode 2015-2018 is een eerste stap in de goede richting, maar ook voor de Europese club competities is het misschien weer tijd om zich nog eens in vraag te stellen en daar blijken ze dus in Nederland alvast mee bezig te zijn…
Een voorzetje
Persoonlijk ben ik niet gevonden voor een Benelux competitie. Beide competities hebben voldoende mogelijkheden elk op hun manier en met hun eigenheid een competitie op niveau neer te zetten. Maar dat betekent niet dat er geen andere opties zijn die de moeite waard zijn te overwegen.
Ik denk wel dat beide landen waar ik de competities goed genoeg van ken om een zinnig woordje over mee te praten, gebaat zijn bij een gelijkaardige opzet. Beide drijven op dezelfde structuur, waarden en gewoontes, ook al behouden beide landen ook hun eigenheid natuurlijk. Mijn voorzetje voor een hoofdklasse 2.0 in Nederland en een eredivisie 2.0 in België zie ik dan ook als volgt:
10 teams/clubs op hoogste niveau
9 heenwedstrijden tussen week 37 en 45
Bonus wedstrijd in week 46 ter afsluiting van de heenronde, waarbij de 1e speelt tegen de 2e, de 3e tegen de 4e, enz… Iedere wedstrijd moet een winnaar opleveren (shoot-outs) met 3 punten voor de winnaar. Bovendien staat in de wedstrijd tussen 1 en 2 ook het eerste EHL ticket op het spel
9 terugwedstrijden tussen week 10 en 19, zonder competitie in Paasweekend voor EHL
Inhaalwedstrijden (wegens EHL of andere reden) moeten gespeeld worden de week nadien op zaterdag, 24u voor de volgende zondagse wedstrijd
Play off op basis van klassement na terugronde met halve finale in heen- en terugwedstrijd op zaterdag en zondag de week na beëindiging reguliere competitie, week 20. Hoogst gerangschikte team heeft 1e keuze over thuisvoordeel. De zondag erna (week 21) spelen de winnaars de finale in 1 wedstrijd met thuisvoordeel voor de hoogst gerangschikte in de reguliere competitie.
Geen directe degradatie maar voorlaatse speelt tegen nummer 2 uit de divisie eronder en de laatste tegen de nummer 1 uit de divisie eronder in een heen- en terugwedstrijd op zaterdag en zondag van week 20 met keuze qua thuisvoordeel voor de 2 ploegen uit de lagere divisie. De degradatie-clubs uit de hogere divisie moeten beide wedstrijden winnen om degradatie te voorkomen. Indien de promotie-club uit de lagere divisie de heenwedstrijd wint promoveren ze direct, indien ze de terugwedstrijd winnen of gelijk spelen bepaalt een shoot-out die zondag het team dat promoveert.
De EHL competitie zou ik hervormen naar een competitie in 2 fasen waarbij de eerste niet afwijkt van de huidige formule behalve dat enkel de 1e van elke poule doorgaat en waarbij de twee sterkste landen in iedere poule elkaar pas treffen in de laatste wedstrijd van die eerste EHL ronde. De tweede ronde van de EHL met Pasen zou dan bestaan uit een kwart finale en halve finale met telkens directe uitschakeling, gevolgd door de wedstrijd voor de 3e plaats en de finale.
Maar ik vooral benieuwd welke creatieve geesten opstaan en een ander nieuw concept bedenken voor onze nationale club competities met als doelstelling meer spektakel op een kortere tijd.
In het Engels en andere sporten noemen ze het vaak de MVP, de “most valuable player”. In onze hockey sport hebben we het dan over “de gouden stick”. Je weet wel die populariteitsprijs die enkele weken geleden weer tussen de soep en de patatten werd uitgereikt. Ik heb het er al eerder over gehad via diverse media dat ik geen fan ben van individuele prijzen in een teamsport, dat moge duidelijk zijn. Ook andere vormen van individuele verheerlijking hebben in mijn ogen geen plaats in, ik herhaal, een team(!)sport. Denk daarbij aan de lijstjes met topscorers bijvoorbeeld. Zo ongeveer de domste uitvinding van de media op sportvlak ooit, zij het wel volledig in lijn met de scorebord journalistiek die er meestal mee gepaard gaat.
Natuurlijk heeft een team ook individuele uitblinkers nodig en mag iemand die “er boven uitsteekt” ook bewierookt worden. Ik snap ook dat sport, zelfs teamsport, helden nodig heeft om aandacht te krijgen van de massa… Ook teams hebben sterke individuele spelers nodig om een wedstrijd open te breken of op slot te gooien. Als zo’n speler er op die manier een bepaalde wedstrijd (of meerdere) boven uit steekt zou het fout zijn hem/haar niet te vermelden. Maar de verheerlijking van spelers die al dan niet toevallig het laatste tikje tegen de bal geven waardoor deze over de lijn gaat is mij altijd al een doorn in het oog geweest.
Ik krijg dus ook de kriebels van wedstrijdverslagen (vaak die naam eigenlijk niet waardig) die zich beperken tot “X scoorde in de zoveelste minuut, daarna scoorde Y de gelijkmaker 10 minuten na rust en Z scoorde de winnende treffer 2 minuten voor tijd”. Als dat de enige informatie is waarover men beschikt kan men beter gewoon de scorelijn weergeven zonder er een “verslag” aan te wijden. Als een journalist ter plekke was, verwacht ik eigenlijk dat hij/zij me kan vertellen wat het “verhaal” van de wedstrijd was en als je dan iets van de sport snapt, vertel dan wie het verschil maakte, wie gaf de assists, wie stond telkens heroïsch in de weg van menige aanval, hoe werd het spel opgebouwd of afgebroken… enzovoort… Als je dat doet kan je natuurljk ook vertellen wie er in slaagde de teaminspanning af te ronden met het laatste tikje of schot. Maar om het verslag te beperken tot dat laatste doet een teamsport te kort…
Coaches hebben gelukkig meestal wel meer oog voor de spelers die een ploeg dragen en niet enkel voor de doelpuntenmakers zoals de meeste journalisten en supporters die niet gewend zijn verder te kijken dan hun neus lang is. Daarom als men dan toch prijs stelt op zo’n individuele prijs, kan men best diezelfde coaches gebruiken voor het bepalen van de MVP. Om toch ook enige correctie te kunnen aanbrengen voor die coaches die blind zijn voor de tegenstander en enkel punten zouden geven aan hun eigen spelers zou je dat kunnen aanvullen met punten gegeven door de kapitein van elke ploeg.
Mijn voorstel voor de hervorming van huidige bestaande systemen voor gouden stick zou dan ook zijn:
Coaches geven elke wedstrijd 5 punten aan de beste speler, 3 aan de tweede en 1 aan de derde beste speler van die wedstrijd. Dat mogen dus ook tegenstanders zijn. Dit enkel tijdens de reguliere competitie
Deze punten worden niet na elke wedstrijd gepubliceerd, maar bv slechts 1x per maand zodat ook de coaches niet of minder beïnvloed worden door de tussentijdse stand bij het geven van hun punten.
De kapitein van elke ploeg mag dan na de heenronde en na de terugronde zijn eigen top 3 beste spelers benoemen waarbij geen spelers van zijn eigen ploeg mogen zitten. Zijn top 3 krijgt telkens respectievelijk 15, 10 en 5 punten.
Publiek, noch pers, noch staff van nationale ploegen of bondsbureau geven punten om voor de hand liggende redenen.
Als er dan toch behoefte is aan een individuele prijs in een teamsport, dan lijkt dit me de enige waar nog waarde aan gehecht kan worden.
Als je sportevenementen organiseert, is de omgang met sponsors een cruciaal aspect van je (professionele) leven. Wil je de race om de sponsors winnen – en wie wil dat niet – helpt het als je het proces ervan begrijpt. Het verkrijgen van een sponsor – net als het werken met die sponsor rond de organisatie van je evenement – is een proces dat diverse stappen zal doorlopen. Het start bij het begin, groeit en breidt zich uit en eindigt op een gegeven moment.
Doe je het goed, zal je – om het enigszins Disney-achtig te formuleren – waarlijk de cirkel van het leven doorlopen. Steeds zichzelf hernieuwend, de toekomst tegemoet. Het begint allemaal bij het begrip van de diverse stappen. Het proces van de sponsoring doorloopt diverse ‘levensfases’: Identificeren, Rekruteren, Evalueren en Uitvoeren. Elke fase vraagt om een andere aanpak van je.
Identificeren
De eerste stap is die van de Identificatie. Beschouw dit als de kleuterfase van je proces. Alles is nog nieuw en vers. Het is de fase waarin je op zoek gaat naar de diverse mogelijkheden en ontdekt wie je mogelijke sponsors zouden kunnen zijn. In deze fase zal je bepalen wie je allemaal gaat benaderen, maar ook welke meerwaarde je hen kan brengen. Hoe kan jouw evenement hun specifieke boodschap en/of waarden naar buiten brengen? Hoe draagt het bij tot hun imago of merk? Welke specifieke marktbenaderingen kan je hen bieden? Passen jullie werkelijk goed bij elkaar? Komen jullie idealen, stijl en demografische profielen goed overeen?
Het is ook de fase waarin je je eigen noden identificeert. Je tijd is kostbaar, die mag je niet verspillen. Je moet je sponsors kiezen met een duidelijke meerwaarde en bij wie je ook werkelijk snel de deal kan afsluiten. Dat zijn die sponsors waarbij jouw ‘product’ duidelijk overeenkomt met hun noden en een meerwaarde kan opleveren die de investering waard is.
Recruteren
De volgende stap is het Rekruteren. Dit is de fase van het opgroeiende kind in de levenscyclus; jouw ontkiemende idee zal nu uitgroeien van een vaag concept tot een volledig uitgewerkt en concreet voorstel. Je hebt de sponsor gekozen die je wil gaan benaderen en het is nu tijd om je te focussen op je benadering en het verkopen aan hen. Ik geef de voorkeur aan het woord ‘rekruteren’ boven prospectie of sales, omdat het de nadruk legt op de meerwaarde voor beide partijen in deze relatie. Want nogmaals, je wilt je tijd besteden aan sponsors met welke er een duidelijke wederkerige meerwaarde bestaat.
Om dat te bereiken heb je inzicht nodig in de positie van je kandidaat-sponsor, net als in zijn noden, waarden, merken en beslissingsproces. Enkele simpele tips helpen je al een eind op weg in een succesvol rekruteringsproces:
Wees zuinig in je beloftes en gul in wat je levert. Niemand zal het je ooit kwalijk nemen als je meer levert dan je beloofd had, maar het tegenovergesteld kan dodelijk zijn.
Weet wat belangrijk is voor je sponsor. Een contract aangaan met een prospect die niet echt bij je past, is een slechte zaak voor alle betrokkenen.
Wees eerlijk. Speel geen ‘rol’ voor je prospect. Weet je het antwoord op een bepaalde vraag niet, ga dan niets verzinnen. Maar vertel hen dat je het zal uitzoeken en dat je er op terugkomt.
Wees professioneel. Beantwoord je telefoon en je e-mails direct. Hou notulen bij van je gesprekken en deel deze. Zorg ervoor dat je drukwerk er goed en professioneel uitziet. Neem regelmatig contact op met je sponsor en verzeker je ervan dat je inderdaad aan zijn behoeften voldoet.
Volg alles goed op. Als je gezegd hebt dat je iets zou uitvoeren, dan’just do it’ zoals ze bij Nike zouden zeggen. Vergeet niet dat je slechts zo goed bent als de laatste belofte die je nakwam.
Evalueren
De derde fase van de levenscyclus – Evalueer – is misschien wel de aller-moeilijkste fase. Deze fase lijkt op de kinderen die op eigen benen gaan staan en zullen uitvliegen. Je kind krijgt zijn eigen leven. Je voorstel – en je controle erover – krijgt zijn eigen leven. Het zijn je sponsors die uiteindelijk de evaluatie zullen doen, meer nog dan jij. Zij zullen je voorstel afwegen op zijn verdiensten. Jij moet het loslaten, een stap achteruit nemen en kijken hoe zij er op reageren.
Een manier om deze angstige fase wat draaglijker te maken is hen eigenlijk alle criteria met betrekking tot de beslissing en voor de evaluatie van je voorstel voor te kauwen. Soms zijn dedecisionmakers het niet gewend meerdere voorstellen tegen elkaar af te wegen. Dus geef ze een kant en klaar raamwerk met criteria om jouw voorstel te beoordelen. Stuur ze zo in de richting van een positieve beoordeling.
Voor je voorstel er uit gestuurd wordt, stel je zelf enkele vragen. Heb je het decision making proces goed bestudeerd? Heb je alle relevante personen bij dat decision making proces erbij betrokken? Heb je alle (gevraagde) informatie aangeleverd? Dubbelcheck en verzeker je ervan dat je aan alle verplichtingen voldaan hebt.
Uitvoeren
Tenslotte volgt dan nog de ‘volwassen’ fase van de levenscyclus. Je voorstel is uitgegroeid tot een volwaardig zakelijke propositie. De Uitvoering ervan nu is de allerbelangrijkste stap in het proces en van het grootste belang voor toekomstige successen. Het is de fase waarin je het uiteindelijke evenement organiseert en tot leven brengt. Het moment waarin je, op volwassen wijze, je beloftes nakomt. Enkele tips voor succes in deze fase:
Kom je beloftes na en volg ze op. Als iets niet helemaal als gepland verloopt, communiceer met je sponsor. Wees open en eerlijk. Vraag hun input en maak hen een deel van je oplossing.
Houd het contact met je sponsor tijdens de hele cyclus: planning, promotie, inschrijvingen, de dag(en) zelf en de afhandeling nadien. Je relaties goed verzorgen betaalt zich altijd uit.
Na het evenement, praat met je sponsor over de ‘nagedachtenis’ van je evenement. Bespreek de resultaten en vraag zijn feedback. Wat kon er beter? Wat vond je goed? Hoe kunnen we het nog beter doen de volgende keer?
Ervan uitgaande dat je samen met je sponsor op voorhand de meetpunten voor succes bepaald had, bespreek of deze objectieven behaald werden. Kregen ze feedback van de deelnemers aan je evenement? Werd er goed verkocht, als er iets concreet werd aangeboden? Doen ze weer mee met volgende evenementen?
De sleutel tot het succes is het begrip van de cyclus van het prille begin tot het einde. Elke fase is verschillend, maar ze zijn allemaal gericht op hetzelfde: het binnenhalen en behouden van grootse sponsors voor je evenement. Zoals Stephen Covey al schreef in zijn The Seven Habits of Highly Effective People: ‘Begin with the end in mind’. Als je dit goed toepast in je processen zal het een steeds hernieuwende levenscyclus opleveren van evenement tot evenement en zullen sponsors jou gaan benaderen.
—
Deze column verscheen al in 2009 op Sport Knowhow XL in het kader van een ondertussen ter ziele gegaan project uit die tijd… Goede projecten hebben meer nodig dan enkel goede sponsors ;-)
Maar het is nog steeds allemaal van toepassing, dus ik dacht we gooien ’em er hier ook eens op…
Over enkele dagen zal een van de beste sport bestuurders ooit terugtreden als voorzitter van het IOC. Jacques Rogge, dokter, graaf… maar de enige eretitel die hij zichzelf zou toedichten is die van Flandrien zoals blijkt uit onderstaande video, tevens een van de betere interviews van de Nederlandse sportjournalist en tegenpool van Rogge, Mart Smeets.
“Omdat mijn persoon niet belangrijk is. Het is wat ik vertegenwoordig dat belangrijk is” legt Rogge de essentie uit van de rol van een bestuurder in de sport. Smeets kan zijn onbegrip nauwelijks verhullen: “Nou… nou…” ;)
Een stille, noeste, harde werker die topsport (3x Olympiër in de zeilsport en speler van de nationale ploeg rugby) en studie perfect wist te verzoenen wat hem een mooie carriere na de sport als chirug opleverde. Toch bleef ook de wereld van de sport lonken en via de nationale bonden vond hij zijn weg naar het IOC waar hij op 59jarige leeftijd die niet altijd onbesproken figuur van Juan Antonio Samaranch opvolgde. Een positie die hem rangschikt bij de top 100 van meest invloedrijke mensen… ter wereld…
Deze bescheiden maar, vergis je niet, ook zeer ambitieuse Vlaming/Belg zette het werk van Samaranch voort op onder andere het vlak van de financiële gezondmaking van het IOC. Maar hij werkte ook hard aan de strijd tegen doping en corruptie. De eerste een bedreiging van de integriteit van de sport(ers) zelf, de tweede een hardnekkig kwaad achter de schermen. Beide zullen nooit volledig uitgeroeid worden maar hij leverde goed werk in het bestrijden van deze ziektes.
Bij de erkenning van zijn bijdrage door de Belgische koning en regering, de verheffing in de adelstand tot graaf, koos hij de wapenspreuk “Nil volentibus arduum” (vrij vertaald naar “niets is moeilijk als je maar wil”). Mijn indruk? Goede keuze… Persoonsverheerlijking ligt niet in mijn aard, maar bij het nakende afscheid van deze grote mijnheer voel ik toch de behoefte mijn respect te betuigen voor de prestaties van deze man, in mijn ogen de ideale sport bestuurder!
Over enkele dagen zullen we zijn opvolger kennen. De kanshebbers zijn de Duitser Thomas Bach, de Puerto Ricaan Richard Carrion, de Singaporees Ng Ser Miang, Denis Oswald uit Zwitserland, Sergei Bubka uit Oekraïne (jawel die polsstokspringer) en Wu Ching-Kuo uit Taiwan. In juli hebben zij officieel hun plannen mogen uitleggen aan de leden van het IOC, ook deze laatste dagen zal de lobby zijn werk ook nog doen maar op 10 september zullen wij weten wie de zware taak zal krijgen Jacques Rogge te mogen opvolgen. Rogge zelf gaf aan geen revolutie te verwachten wie ook zijn opvolger zou worden, maar een voortzetting van de weg die werd ingeslagen onder Samaranch en zijn eigen bewind. Ik ben benieuwd… Hoe dan ook, vanaf volgende week zal Rogge verdiend meer mogen gaan genieten van “de stilte”.
Ik snap dat de aandacht van de sporters zelf veel meer gericht zal zijn op de aankondiging enkele dagen ervoor, overmorgen om precies te zijn. Als de stad bekend wordt die de Spelen van 2020 zal mogen organiseren: Tokio, Madrid of Istanbul. Ik denk echter dat de verkiezing enkele dagen later minstens even belangrijk, zo niet belangrijker, zal zijn voor de sport. Enigszins in de schaduw van dit alles werd nog voor de Spelen van London een nieuwe Belg benoemd tot IOC lid en gelukkig voor mijn sport was dat iemand die de hockeysport in zijn hart draagt: Pierre-Olivier Beckers (ex CEO Delhaize Group en huidig voorzitter van het Belgisch Olympisch Comité).
Want dat zal mijn sport hockey vooral nodig hebben om te overleven als Olympische sport na 2020, de steun van IOC leden!
Groeien doe je stap voor stap… Dat is een van de weinige zekerheden in het leven, zo ook in sport. Groeistuipen horen daar ook bij. Soms maak je ineens en onverwacht een grote sprong en soms val je even terug…
Het is niet anders voor de rode panters, de Belgische nationale hockeyploeg bij de dames, die in eigen land voor tribunes met overenthousiaste supporters weer een stapje gezet hebben. Vierde op het EK dat afgelopen weekend tot zijn aptheose kwam. En het vuur kunnen leggen aan de schenen van de subtop landen. Maar laten we ons nog niet rijk rekenen. Er is nog een flinke weg af te leggen, maar het positieve is dat we dankzij de afgelegde weg bij de mannen weten wat er nog moet gebeuren
Een van de belangrijkste elementen die nu in handen genomen moeten worden om te blijven groeien is het niveau van onze dames competitie… De clubcompetitie is de motor van het nationale team. Bovendien kan het veel tijd besparen bij een nationale ploeg als hun spelers niet enkel op niveau kunnen trainen bij de nationale ploeg maar ook op de respectievelijke clubs. Maar hier is nog erg veel werk… Het niveau van de club competitie bij de dames is nog bedroevend laag en het is aan de clubs om hier verandering in te brengen.
Clubs moeten meer aandacht geven aan de dames 1 teams en hun beste trainers niet enkel voorbehouden voor de jongens teams in het jeugd hockey. Het betekent ook dat er keuzes gemaakt moeten worden en dat er met gewoontes gebroken zal moeten worden. Altijd een moeilijk proces, maar het is het moment om door te pakken nu.
Concreet betekent dat onder andere:
Geen trainer/coaches meer die eigenlijk in de heren 1 van de club spelen en waarvan een deel van hun budget afgeschoven wordt op de dames. Nee, de dames verdienen gespecialiseerde trainers en coaches waarvoor zij prioriteit nummer 1 zijn.
Daarnaast moeten we ook af van de ouderwetse visie dat het “gezelliger” is met meer clubs in de hoogste divisie. We zouden moeten evolueren, en wel zo snel mogelijk, naar een eredivisie met 8 clubs. Als het echt niet anders kan eventueel 10 clubs, maar meer clubs is voorlopig zeer contra-productief voor het niveau van het dames hockey.
We moeten nu per direct een duidelijke keuze maken op welke dag de competitie gespeeld wordt. Zondag lijkt de meest aangewezen dag, maar dan wel vlak voor de tijd voor heren 1. Niet in de ochtenduren… Laat ons leren van wat werkt bij onze noorderburen. Elke club die groeit ervaart dat ze zaterdag hun velden nodig hebben voor de jeugd. Elke club die consequent hun dames op zondag laat spelen zal ervaren eens iedereen het gewend is dat het zal bijdragen aan de sfeer op zondag, de bar-omzet, etc. … Het zal clubs tevens dwingen af te stappen van de coach die “het er even bijdoet” naast zijn prioriteit als speler of coach van de heren…
Clubs hebben de afgelopen jaren geïnvesteerd in buitenlandse versterkingen voor hun heren. Het voordeel van deze versterking te zoeken in het buitenland is dat je de competitie als geheel sterker maakt want spelers of speelsters weghalen bij je buren of andere clubs in dezelfde divisie maakt de competitie juist zwakker. Je hebt sterke tegenstanders nodig om te kunnen groeien. Dus haal de benodigde versterkingen in het buitenland, vanzelfsprekend met mate en binnen de financiële mogelijkheden van je club. Zo draag je als club bij aan het sterker maken van je eigen speelsters, je eigen team, je eigen club maar ook de gehele competitie die de toekomstige Red Panthers moet voortbrengen. Bijkomend voordeel als je slim “inkoopt” is dat de voorbeeldige sportmentaliteit van spelers/speelsters uit andere culturen als inspiratie kan dienen voor je eigen talenten…
…. (ongetwijfeld kan dit lijstje nog verder uitgebreid of gecorrigeerd worden – laat maar weten…)
We zijn allemaal erg trots op de groei die onze hockeysport doormaakte de afgelopen jaren. We moeten beseffen dat deze groei voor (verreweg) het grootste deel voor rekening van het dames- en meisjeshockey komt. Ook de toekomstige groei zit grotendeels bij de meisjes… Laat ons ervoor waken de dames te vergelijken met de heren. Zoals in de meeste sport disciplines hebben we het eigenlijk over een andere sport. Het valt te betwijfelen of onze dames ooit op dezelfde publieke belangstelling zullen mogen rekenen als de heren. Maar langs de andere kant waarom niet? In Argentinië zijn de topspelers van Las Leonas, hun nationale ploeg, media sterren en qua publiek (aantal en volume) overstemmen ze daar moeiteloos hun zelfs toch ook niet onsuccesvolle mannen. Dichterbij huis hebben we mogen meemaken dat een tweetal supersterren in het damestennis er ook in geslaagd zijn de massa te beroeren.
De les die we dan ook mogen trekken uit de opkomst van ons dameshockey en dit EK is zonder enige twijfel: “Durf te dromen” !
Het spreekwoord zegt immers “Succes heeft vele vaders” en zoals dat meestal gaat met die zegswijzen zit er veel waarheid in. Complimenten aan deze coach voor het (h)erkennen dat hij “slechts” voort aan het bouwen is op de weg die werd ingeslagen door diverse voorgangers en dat hij dus niet de enig zaligmakende factor is in het succes van deze sportploeg. Ik was en ben een bevoorrecht volger van het succes van het Belgische hockey en het leek me gepast eens een aantal mensen te benoemen die anders in de schaduw bleven van de meer opvallende “vaders” van dit succesverhaal. Opgelet er zijn meerdere facetten aan het succesverhaal van het Belgische hockey. Er is de groei van de sport in het algemeen die met name te danken is aan de beslissing zo’n 12 à 13 jaar geleden om eindelijk het meisjeshockey af te scheiden van het jongenshockey bij de jeugd. Er is de professionalisering van het bestuur bij de bond (proficiat Jean-Christophe Capelle voor het geleverde werk hier) als logisch gevolg van de professionalisering bij de clubs met als grootste voordeel dat het “arrangeren” ten voordele van sommige clubs of individuen steeds moeilijker wordt. Er is de vooruitgang qua resultaten in het tophockey bij zowel clubs als nationale ploegen.
Chris Vercammen, de man die de bal aan het rollen bracht
Ik wil even focussen op het succes en de vooruitgang van het tophockey omdat dit nu eenmaal het meest in het oog springt en ook kan functioneren als motor van de vooruitgang in die andere elementen. Zonder de inspanningen voordien te willen denigreren start voor mij de kentering bij een koppige vader uit de misschien enigszins onverwachte omgeving van Temse – jawel… ten westen van de klassieke as Brussel-Antwerpen. Hij vindt niet alleen dat het beter kan, hij meent niet alleen te weten hoe het beter kan… maar hij stroopt ook nog eens de mouwen op om eraan te beginnen. Chris Vercammen is de man waarbij het wat mij betreft start. Hij ziet dat er mogelijkheden zijn om het jonge talent beter te omkaderen en op te leiden dan tot dan toe gebruikelijk was. Hij spreekt wat mensen aan en de bond geeft hem, wellicht denkende dat dat de snelste manier was om die lastige man te laten zwijgen, de kans om een zeer jong groepje van talenten samen te stellen om hen voor te bereiden op tophockey.
Zo ontstond de “Elite ’88” , een groep van destijds 11 jarige jongens (geboren in 1988) uit het hele land, van grote en kleine clubs, die door hem geselecteerd werden tijdens diverse selectietrainingen om vanaf dan iedere schoolvakantie met elkaar op stage, op kamp te gaan en te werken aan de discipline die nodig is voor topsport.De bond faciliteert het minimale, de ouders betalen zelf voor de rest en zien samen hoe deze koppige man niet alleen een zeer getalenteerd groepje enthousiaste jongens bij elkaar krijgt die met ieder kamp vooruitgaan. Maar hij slaagt er in om zelfs topspelers en toptrainers (denk bijvoorbeeld aan Maurits Hendriks, ex coach van het gouden Oranje in Sydney en de man achter de opkomst van Spanje destijds) gast trainingen te laten geven aan deze jonge talenten. Zijn enthousiasme, discipline en oog voor de basistechnieken werken aanstekelijk en de groep zou de kern vormen van het team (Boys Under 16) dat in het Engelse Millfield als eerste teamsport ooit een gouden medaille zou halen op een EK voor België.
Het mirakel van Manchester
Enkele maanden later zou een nieuwe voorzitter de teugels van de bond in handen nemen. Deze ex topspeler, Marc Coudron, had zelf nog maar vlak daarvoor de teleurstelling ervaren op het veld van het net niet kwalificeren voor de Olympische Spelen (Athene) en herkende de aanpak van die Boys U16, nodig om de volgende stap te zetten. Ook bij de nationale herenploeg was er een nieuw type coach gestart die meer professionalisme eiste van zijn spelers, die hard wilde werken om beter te worden en oog had voor nieuwe technologie om continu te verbeteren. De Zuid-Afrikaanse coach Giles Bonnet, met onder andere de steun van een vernieuwende aanpak op het fysieke vlak van Mika Van Cutsem, zette met een getalenteerde generatie de eerste stappen richting het tophockey op internationaal niveau. Na enkele mooie resultaten en een bemoedigende groeicurve werd het pijnlijk duidelijk op het eerste groot toernooi sinds heel lang in eigen land dat we dreigden te stagneren. De tegenvaller van de Champions Challenge in Boom werd door Coudron & co aangegrepen om het roer om te gooien. De jonge talentvolle Australische coach Adam Commens, vlak daarvoor kampioen geworden als speler op het veld met zijn R. Antwerp H.C., kreeg de kans om met een zeer jonge ploeg de groeicurve weer een knik naar boven te geven. Op slechts enkele weken tijd werd met behulp van nog een nieuwe discipline, mental coach Alain Goudsmet, de ploeg klaar gestoomd voor het Europees Kampioenschap in Manchester. En als alle puzzelstukjes samenvallen geschieden soms mirakels… In Manchester verslaan de Red Lions de wereldkampioen Duitsland en pakken voor het eerst in 32 jaar een ticket voor deelname aan de Olympische Spelen, het summum in topsport. Commens, maar ook Goudsmet (zie video) bracht een nieuwe energie, een frisse wind die nodig was om de volgende stap te nemen.
Consolideren en doorgroeien
Ook de volgende coach die enkele jaren later de teugels zou overnemen kwam op het juiste moment. Colin Batch was weer een heel ander type, kalm en zeer ervaren zette de groep, waar spelers niet meer stoppen als de combinatie studie/topsport het wat zwaarder maakt, onder hem weer wat extra stappen qua discipline en leven voor de sport met opnieuw een kwalificatie en een mooie 5e plek op de Spelen van London. Na het vertrek van Batch weet het sportieve brein bij de bond, Bert Wentink, opnieuw de juiste opvolger te strikken voor de Red Lions. Marc Lammers is een vernieuwende topcoach die weet wat nodig is om een winning streak door te zetten om de stap naar het podium te maken.
Wellicht snappen de meeste volgers van het Belgische tophockey wel wat de rol was van mensen als Coudron, Commens, Batch, Lammers… Goudsmet is ook goed in zijn eigen promo (getuige de video hierboven). Maar bij deze wil ik toch even de spotlight richten op mensen als Bert Wentink, voor zijn bijdrage aan het maken van juiste keuzes bij de heren, een Mika Van Cutsem voor zijn vernieuwende aanpak om de spelers fysiek op punt te stellen en blessures te vermijden maar bovenal op een man als Chris Vercammen die de bal aan het rollen heeft gebracht !
Infrastructuur is een conditio sine qua non
Pas op, we hebben nog een lange weg af te leggen op de diverse terreinen… zowel de clubs, als de bond… zowel voor het recreatieve als voor het tophockey. En als ik 1 les geleerd heb in de ongeveer 20 jaar dat ik een en ander actief doe en volg op mijn eigen club en erbuiten, is het wel dat niets vooruit kan als er niet eerst geïnvesteerd wordt in infrastructuur. Twee uitdagingen steken er wat mij betreft dan ook bovenuit voor de nabije toekomst voor alle stakeholders:
Als eerste en ook het gemakkelijkste in te vullen is dat het uitbouwen van een sterk netwerk van professionele bekwame opleiders, trainers, coaches en verantwoordelijken voor jeugdscholen. De tijd van de goedwillende vrijwilliger is zeker nog niet voorbij, integendeel dat blijft een drijvende kracht in onze sport en clubcultuur. Maar deze vrijwilligers moeten ook erkennen waar ze wel in kunnen bijdragen en wat ze beter overlaten aan anderen…
Als tweede en dat wordt heel wat moeilijker in dit complexe landje heb ik het over de infrastructuur. Clubs met veel traditie zullen toch zichzelf in vraag moeten durven stellen en misschien wel verhuizen uit die wijken waar uitbreiding niet mogelijk is. De bond moet manieren verzinnen om nieuwe initiatieven en clubs te ondersteunen om de groei voort te zetten. Maar bovenal, de overheid moet inzien dat zij veel zwaarder dan in het verleden zullen moeten investeren in de infrastructuur voor sportclubs als hockey! Een gezonde buitensport waar de hele familie terecht kan: vaders & moeders, zonen & dochters….