Succes heeft vele vaders
Ik werd vandaag getriggerd door een tweet van de nieuwe bondscoach van de Red Lions, de nationale heren hockeyploeg van België :
Ik heb maar weer eens heel veel geluk dat ik op deze mooie KBHB trein mag stappen. Deze trein is 8 jaar geleden al vertrokken!
— Marc Lammers (@MarcLammers) June 20, 2013
Het spreekwoord zegt immers “Succes heeft vele vaders” en zoals dat meestal gaat met die zegswijzen zit er veel waarheid in. Complimenten aan deze coach voor het (h)erkennen dat hij “slechts” voort aan het bouwen is op de weg die werd ingeslagen door diverse voorgangers en dat hij dus niet de enig zaligmakende factor is in het succes van deze sportploeg. Ik was en ben een bevoorrecht volger van het succes van het Belgische hockey en het leek me gepast eens een aantal mensen te benoemen die anders in de schaduw bleven van de meer opvallende “vaders” van dit succesverhaal. Opgelet er zijn meerdere facetten aan het succesverhaal van het Belgische hockey. Er is de groei van de sport in het algemeen die met name te danken is aan de beslissing zo’n 12 à 13 jaar geleden om eindelijk het meisjeshockey af te scheiden van het jongenshockey bij de jeugd. Er is de professionalisering van het bestuur bij de bond (proficiat Jean-Christophe Capelle voor het geleverde werk hier) als logisch gevolg van de professionalisering bij de clubs met als grootste voordeel dat het “arrangeren” ten voordele van sommige clubs of individuen steeds moeilijker wordt. Er is de vooruitgang qua resultaten in het tophockey bij zowel clubs als nationale ploegen.
Chris Vercammen, de man die de bal aan het rollen bracht
Ik wil even focussen op het succes en de vooruitgang van het tophockey omdat dit nu eenmaal het meest in het oog springt en ook kan functioneren als motor van de vooruitgang in die andere elementen. Zonder de inspanningen voordien te willen denigreren start voor mij de kentering bij een koppige vader uit de misschien enigszins onverwachte omgeving van Temse – jawel… ten westen van de klassieke as Brussel-Antwerpen. Hij vindt niet alleen dat het beter kan, hij meent niet alleen te weten hoe het beter kan… maar hij stroopt ook nog eens de mouwen op om eraan te beginnen. Chris Vercammen is de man waarbij het wat mij betreft start. Hij ziet dat er mogelijkheden zijn om het jonge talent beter te omkaderen en op te leiden dan tot dan toe gebruikelijk was. Hij spreekt wat mensen aan en de bond geeft hem, wellicht denkende dat dat de snelste manier was om die lastige man te laten zwijgen, de kans om een zeer jong groepje van talenten samen te stellen om hen voor te bereiden op tophockey.
Zo ontstond de “Elite ’88” , een groep van destijds 11 jarige jongens (geboren in 1988) uit het hele land, van grote en kleine clubs, die door hem geselecteerd werden tijdens diverse selectietrainingen om vanaf dan iedere schoolvakantie met elkaar op stage, op kamp te gaan en te werken aan de discipline die nodig is voor topsport.De bond faciliteert het minimale, de ouders betalen zelf voor de rest en zien samen hoe deze koppige man niet alleen een zeer getalenteerd groepje enthousiaste jongens bij elkaar krijgt die met ieder kamp vooruitgaan. Maar hij slaagt er in om zelfs topspelers en toptrainers (denk bijvoorbeeld aan Maurits Hendriks, ex coach van het gouden Oranje in Sydney en de man achter de opkomst van Spanje destijds) gast trainingen te laten geven aan deze jonge talenten. Zijn enthousiasme, discipline en oog voor de basistechnieken werken aanstekelijk en de groep zou de kern vormen van het team (Boys Under 16) dat in het Engelse Millfield als eerste teamsport ooit een gouden medaille zou halen op een EK voor België.
Het mirakel van Manchester
Enkele maanden later zou een nieuwe voorzitter de teugels van de bond in handen nemen. Deze ex topspeler, Marc Coudron, had zelf nog maar vlak daarvoor de teleurstelling ervaren op het veld van het net niet kwalificeren voor de Olympische Spelen (Athene) en herkende de aanpak van die Boys U16, nodig om de volgende stap te zetten. Ook bij de nationale herenploeg was er een nieuw type coach gestart die meer professionalisme eiste van zijn spelers, die hard wilde werken om beter te worden en oog had voor nieuwe technologie om continu te verbeteren. De Zuid-Afrikaanse coach Giles Bonnet, met onder andere de steun van een vernieuwende aanpak op het fysieke vlak van Mika Van Cutsem, zette met een getalenteerde generatie de eerste stappen richting het tophockey op internationaal niveau. Na enkele mooie resultaten en een bemoedigende groeicurve werd het pijnlijk duidelijk op het eerste groot toernooi sinds heel lang in eigen land dat we dreigden te stagneren. De tegenvaller van de Champions Challenge in Boom werd door Coudron & co aangegrepen om het roer om te gooien. De jonge talentvolle Australische coach Adam Commens, vlak daarvoor kampioen geworden als speler op het veld met zijn R. Antwerp H.C., kreeg de kans om met een zeer jonge ploeg de groeicurve weer een knik naar boven te geven. Op slechts enkele weken tijd werd met behulp van nog een nieuwe discipline, mental coach Alain Goudsmet, de ploeg klaar gestoomd voor het Europees Kampioenschap in Manchester. En als alle puzzelstukjes samenvallen geschieden soms mirakels… In Manchester verslaan de Red Lions de wereldkampioen Duitsland en pakken voor het eerst in 32 jaar een ticket voor deelname aan de Olympische Spelen, het summum in topsport. Commens, maar ook Goudsmet (zie video) bracht een nieuwe energie, een frisse wind die nodig was om de volgende stap te nemen.
Consolideren en doorgroeien
Ook de volgende coach die enkele jaren later de teugels zou overnemen kwam op het juiste moment. Colin Batch was weer een heel ander type, kalm en zeer ervaren zette de groep, waar spelers niet meer stoppen als de combinatie studie/topsport het wat zwaarder maakt, onder hem weer wat extra stappen qua discipline en leven voor de sport met opnieuw een kwalificatie en een mooie 5e plek op de Spelen van London. Na het vertrek van Batch weet het sportieve brein bij de bond, Bert Wentink, opnieuw de juiste opvolger te strikken voor de Red Lions. Marc Lammers is een vernieuwende topcoach die weet wat nodig is om een winning streak door te zetten om de stap naar het podium te maken.
Wellicht snappen de meeste volgers van het Belgische tophockey wel wat de rol was van mensen als Coudron, Commens, Batch, Lammers… Goudsmet is ook goed in zijn eigen promo (getuige de video hierboven). Maar bij deze wil ik toch even de spotlight richten op mensen als Bert Wentink, voor zijn bijdrage aan het maken van juiste keuzes bij de heren, een Mika Van Cutsem voor zijn vernieuwende aanpak om de spelers fysiek op punt te stellen en blessures te vermijden maar bovenal op een man als Chris Vercammen die de bal aan het rollen heeft gebracht !
Infrastructuur is een conditio sine qua non
Pas op, we hebben nog een lange weg af te leggen op de diverse terreinen… zowel de clubs, als de bond… zowel voor het recreatieve als voor het tophockey. En als ik 1 les geleerd heb in de ongeveer 20 jaar dat ik een en ander actief doe en volg op mijn eigen club en erbuiten, is het wel dat niets vooruit kan als er niet eerst geïnvesteerd wordt in infrastructuur. Twee uitdagingen steken er wat mij betreft dan ook bovenuit voor de nabije toekomst voor alle stakeholders:
- Als eerste en ook het gemakkelijkste in te vullen is dat het uitbouwen van een sterk netwerk van professionele bekwame opleiders, trainers, coaches en verantwoordelijken voor jeugdscholen. De tijd van de goedwillende vrijwilliger is zeker nog niet voorbij, integendeel dat blijft een drijvende kracht in onze sport en clubcultuur. Maar deze vrijwilligers moeten ook erkennen waar ze wel in kunnen bijdragen en wat ze beter overlaten aan anderen…
- Als tweede en dat wordt heel wat moeilijker in dit complexe landje heb ik het over de infrastructuur. Clubs met veel traditie zullen toch zichzelf in vraag moeten durven stellen en misschien wel verhuizen uit die wijken waar uitbreiding niet mogelijk is. De bond moet manieren verzinnen om nieuwe initiatieven en clubs te ondersteunen om de groei voort te zetten. Maar bovenal, de overheid moet inzien dat zij veel zwaarder dan in het verleden zullen moeten investeren in de infrastructuur voor sportclubs als hockey! Een gezonde buitensport waar de hele familie terecht kan: vaders & moeders, zonen & dochters….
Daniel Pilet
2013-07-01 @ 10:00
Beste Ernst,
Hartstikke proficiat voor jouw uiteenzetting die echt deugd doet en mij doet terugblikken op een nog vroegere periode dan ’88, het begin van een fantastische treinrit.
Ik had ook het geluk in de jaren 70 op de trein van het gewezen “scholieren Comité” van de KBHB gedurende 7 jaren te mogen stappen. Nationale voorzitter was toen Robert Lycke. Met mijn voorzitter De Heer Monseux(Baudouin) en mijn collega’s Roger Vanhée secretaris(Banque Nationale) Eddy Verrijck(Ombrage), Jacques Krings(Verviers), Guy de ChaffoyHéraklès), Laurent Van Crombrugge(Anderlecht)Etienne Bolle(Gantoise),en mezelf (Dragons) hebben wij o.a. jaarlijks het vierlandentornooi Challenge Leruth (jongens 12-14 jaar) georganiseerd of er aan deelgenomen, het mini-hockey ingevoerd, de challenge van de jonge hockeyspeler jaarlijks nationaal telkens in een ander club georganiseerd alsmede de challenge Fair-Play, hetzij interscholen competitie elke woensdag namiddag die op 3 jaar tijd van 4 naar 44 scholen was gestegen met Maurice Duterme (grootvader!) als hoofdscheids !
In verband met infrastructuur verheugd het mij dat sinds een paar maanden geleden het derde hockeyveld van Dragons een feit is hetgeen er zal toe bijdragen dat onze sport zich verder in de goede richting kan ontwikkelen.
Ernst, nogmaals proficiat en steeds verheugd je langs een hockey veld te mogen begroeten, de volgende keer waarschijnlijk met 14 juli op Beerschot.
Tot zo en sportieve groeten,
Daniel Pilet